Wat is uw baan?
Afgelopen weekend was de bron XIV. Na lange tijd was ik weer van de partij en het is toch altijd weer een genot om mee te mogen doen. Zeker als je de vampier mag spelen. Ja ook ik lijd aan het ‘Hans Oomis syndroom’: je wilt hem emuleren maar je bereikt nooit die mythische status. Toch heb ik er het beste van gemaakt.

Ik voelde me vereerd de vampier te mogen spelen: schijnbaar was de organisatie van mening dat ik een machtige ondode goed kon verbeelden in een 18- evenement. Jippie! Het merendeel van de spelers had groot ontzag voor mij maar niet iedereen leek begrepen te hebben wat een vampier doet. Als arrogante edelman werd ik vaak ‘beledigd’, het meest door mijn mede-figuranten (ik noem geen namen maar je weet wel dat ik jou bedoel) en was het onthouden en gebruiken van mijn naam, Jonker Udinea, voor velen een onneembare horde. In een 18+ evenement was dit reden genoeg om eens flink toe te happen maar bij een Bron moet je je inhouden. Ik heb het meestal over mijn kant laten gaan.
Wisten de spelers wel hoe ‘eng’ ik was of kon zijn? Soms had ik daar zo mijn twijfels over: als voorbeeld de volgende conversatie.
Speler: ‘Bent U een vampier?’
Ik ‘Wat denk je zelf?’
Speler: ‘Nou, volgens mij wel.’
Ik: ‘Wil je een demonstratie?’
Terwijl de speler hardhandig werd weggeduwd door een figurant kon ik nog vaag een ‘ja’ horen, die ik dan maar heb genegeerd. Ik ben veel te goed voor de wereld. Ook wilde een speler weten ‘wat mijn baan was’. Nou, bloedzuiger, is dat niet duidelijk genoeg dan? Schijnbaar niet want een andere speler vroeg of ik misschien handelaar was. De dingen die je als edelman moet incasseren…. En dan vond iemand het ook nodig om me een ‘wenkje’ te geven. Die gebruik ik niet: daar heb ik mijn personeel voor!
Heb ik dan nooit mijn macht getoond? Echt wel! Ook een goedbedoelende edelman als ik heeft zo zijn grenzen. Er was een speler die er bijna letterlijk om vroeg. Met zijn eerste provocatie liet ik hem nog weg komen maar die les werd niet opgepikt. De tweede keer deed hij er nog een schepje bovenop en het eindigde in een ‘staarwedstrijd’. Voor hen die het niet weten: ga nooit zo’n wedstrijd aan met een vampier: je verliest altijd. Toen de held niet weg wilde kijken, en de kreten van de omringende figuranten negeerde die hem aanspoorden zo snel mogelijk weg te rennen, vertelde ik hem vriendelijk dat ik hem had gehypnotiseerd en vroeg hem vriendelijk zijn arm uit te steken. Onder luid gesmak heb ik ‘me tegoed gedaan’ aan zijn ‘heldenbloed’. Jummie! Het koperstuk dat er consequenties waren viel pas toen ik om zijn spelerskaart vroeg. Oeps!
Sorry Hans, ik was een softe vampier geweest. Neem het me niet kwalijk, ik had met liefde het spelterrein gezuiverd van alle ‘vee’ maar dit was er het evenement niet naar. Ik hoop dat iedereen die me ‘in actie’ heeft gezien de les heeft geleerd dat het slecht eieren eten is met een vampier. Zo niet dan wil ik wel ‘een demonstratie’ geven. Met liefde! Is er op de volgende Bron nog ruimte voor een nieuwe vampier?
Gerard / Lebod Udinea